Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat u voor u relevante informatie te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geeft u aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan, door ons en door derden.

Akkoord
Niet akkoord

Pedagogisch klimaat

Kanjertraining klein plaatje blauwe pet

Kanjertraining

Wij vinden een veilig pedagogisch klimaat erg belangrijk. Op De Driemaster gebruiken wij hiervoor de Kanjertraining. De kanjertraining is een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Al onze leerkrachten zijn gecertificeerd of volgen de cursus om de kanjertrainingslessen in de groep te mogen geven.

De vijf uitgangspunten van de kanjertraining zijn: 

  • We vertrouwen elkaar
  • We helpen elkaar
  • Niemand speelt de baas
  • Niemand lacht uit
  • Niemand doet zielig

Wij hebben hieraan toegevoegd: We hebben respect voor God, onszelf en anderen.

De Kanjertraining gaat er vanuit dat mensen verschillende soorten gedrag kunnen vertonen en hierin een keuze hebben. De Kanjertraining maakt gebruik van vier kleuren petten die elk staan voor bepaald gedrag. We proberen kinderen bewust te maken van hun eigen gedrag, hun rol en de keuze die zij maken in hun reactie naar anderen. De Kanjertraining biedt ook handvatten voor groepsvorming. In een groep waarin je elkaar kent en het veilig is zal vervelend gedrag (pestgedrag) een stuk minder voorkomen. Opkomen voor jezelf, grenzen aangeven en zelfvertrouwen uitstralen zijn vaardigheden die worden aangeleerd.

OLR   DSCF5182   04 06 24

De petten bij de kanjertraining

Bij de kanjertraining maken we gebruik van petten. Deze symboliseren een bepaalde vorm van gedrag.
Met de hier omschreven “petten” willen we geen kader geven voor al het gedrag van kinderen. Je bent geen “petje”, je doet op dit moment zo. “Zou je alsjeblieft je witte pet willen opdoen?” Door deze vraag geef je kinderen de mogelijkheid voor ander gedrag te kiezen. In de kanjertraining helpen we kinderen andere gedragsvarianten te ontdekken, uit te proberen, er mee te spelen. De indeling in gedragstypen is niet bedoeld om te diagnosticeren. Soms kan kanjertraining een kind niet helpen. Het kan dan zijn dat er iets ernstigs aan de hand is met het kind of rond om het kind. Specialistische hulp is dan noodzakelijk.

De witte pet:

Het gedrag van een kind met een witte pet is “rustig”. Het kind is innerlijk beschaafd; het pest, schreeuwt en scheldt niet maar is behulpzaam en te vertrouwen. Dit kind heeft respect voor zichzelf en voor de ander

De blauwe pet:

Het gedrag van een kind met een zwarte pet op is brutaal. Het kind wil de baas zijn en doet dit door te intimideren, te manipuleren, te bedreigen of conflicten op te zoeken. De zwarte pet wil wel alles bepalen maar nergens verantwoordelijk voor zijn.

De gele pet: 

Het gedrag van een kind met een gele pet op is onopvallend. Het kind wil niet opvallen, is bang, verlegen of stil. Het kind wil er graag bijhoren maar vindt alles eng, bedreigend en beangstigend. Door deze bange, afhankelijke opstelling kan het kind genegeerd of gepest worden.

De rode pet:

Het gedrag van een kind met een rode pet is vaak clownesk. Het kind wil opvallen en stelt zich uitdagend op. De rode pet wil erbij horen en doet dit door stoer te doen op een vervelende manier. Kinderen met een rode pet op nemen geen verantwoordelijkheid voor wat ze doen maar wijzen snel naar een ander.

OLR   DSCF5720   04 06 24

Omgaan met positieve en negatieve opmerkingen

In de kanjertraining leren we ook om te gaan met positieve en negatieve kritiek. In een school zitten kinderen nu eenmaal bij elkaar in de groep. Dit betekent niet dat iedereen je vriend of vriendin kan zijn maar wel dat je met elkaar moet kunnen omgaan en kunnen samenwerken. Op school moet je leren omgaan met iedereen, in wisselwerking met elkaar te treden en nader tot elkaar te komen. Kinderen kunnen en willen hierbij een spiegel voorgehouden krijgen door hun groepsgenoten. We gebruiken hierbij tips. Een tip geef je aan iemand waardoor diegenen zich beter kan ontwikkelen of kan veranderen. Een voorbeeld: “Ik vind jou niet zo aardig want je zegt nooit wat. Als je meer tegen me zou praten zou ik je vast aardiger vinden.” Je kunt iemand ook een trap geven. Een trap is alleen kritiek leveren waar een ander niets mee kan. Een voorbeeld: “Ik vind je niet aardig want je kijkt altijd zo stom.”

Omgaan met conflicten

Conflicten horen bij het leven. In een conflict leer je stelling te nemen, voor jezelf op te komen. Toch is het niet altijd makkelijk een conflict op te lossen. Maar al te vaak reageer je zelf op een zelfde manier terug als iemand je aanvalt. In de kanjertraining leren we kinderen hiermee om te gaan. Het is heel moeilijk om je niet op de kast te laten jagen. Hoe doe je dat? Dit zijn oefeningen waar we met de kinderen mee bezig zijn. Bij de kanjertraining leren we kinderen dat ze zich niet op de kast moeten laten jagen. “Reageer niet steeds op narigheid, laat je niet op de kast jagen, laat je niet uitdagen tot…..”.
Bij het oplossen van conflicten is het vaak zinvoller naar de toekomst te kijken dan naar het verleden.
Oefeningen hiervoor zijn geen droge theorie oefeningen. Ze werken pas als je er mee gespeeld hebt, ze in de praktijk hebt toegepast. Daarom doen we veel drama/speloefeningen om dit met kinderen te oefenen. Ook proberen we ze toe te passen bij die situaties waar het mis ging. Je hebt nu op en bepaalde manier gereageerd. Hoe had je dat ook anders kunnen doen?

Grenzen stellen

Bij de kanjertraining staan we op het standpunt dat de opvoeders (ouders/leerkrachten) de spelregels bepalen, grenzen stellen en bewaken en niet de kinderen. In de maatschappij zie je steeds meer een tendens dat het wenselijk wordt gevonden dat kinderen hun grenzen leren stellen. Dat is natuurlijk prima, maar alleen als het grenzen zijn waar een kind ook iets over te zeggen heeft. Een kind kan nu eenmaal niet zelf bepalen wat het eet, hoe laat het naar bed gaat etc. Hiervoor heeft een kind een volwassene nodig die de grenzen voor het kind bepaalt. Je kunt een kind ook best uitleggen waarom je grenzen stelt maar het is wel nodig dat een kind die grenzen krijgt. Als kinderen geen grenzen aangeleerd krijgen ondervinden ze geen sturing. Dit kan er toe leiden dat kinderen niet goed weten wat wel en niet gewenst gedrag is. Daarom vinden we het belangrijk dat we als school duidelijke regels (grenzen) stellen. Binnen de regels kan veel maar de regels/grenzen bepalen het speelveld. We oefenen dit met kinderen door steeds duidelijk te maken waarom we regels stellen. Maar ook vinden we dat kinderen soms gewoon moeten leren dat er regels zijn en dat je je aan die regels moet houden.

Copyright © IKC De Driemaster Ridderkerk | Website: Pencilblocks | Webdesign: Pencilpoint - creatief in vorm & inhoud